Doelmatige zorg voor meningeoompatiënten (Blog OIO Amir Zamanipoor)

In September 2018 heeft Amir Zamanipoor, promovendus op de afdeling neurochirurgie van het LUMC, een beurs vanuit het Bewustzijnsproject in ontvangst mogen nemen voor zijn onderzoek naar het doelmatig maken van van de zorg voor meningeoompatiënten. De beurs gebruikte hij voor het organiseren van een bijeenkomst in Brussel met verschillende betrokken centra in Europa en om de voorlopige resultaten van het onderzoek te presenteren op het congres van de European Association of Neurosurgical Societies (EANS).

Meningeoom: goedaardige tumor met slechte uitkomsten

Meningeomen zijn tumoren van het centraal zenuwstelsel, die over het algemeen goedaardig zijn. Patiënten overleven dan ook vaak de behandeling en hebben een bijna normale levensverwachting. Bij het opstellen van de nationale richtlijn voor de behandeling van meningeomen bleek dat veel artsen, patiënten en naasten knelpunten ervaren in de zorg voor deze patiënten. Uit ons eigen onderzoek bleek ook dat de zorg slecht aansluit bij de behoeftes van de patiënt. Ook bleek dat de kwaliteit van leven van deze patiënten erg vergelijkbaar is met die van patiënten met een maligne hersentumor. Daarom hebben wij focusgroepen georganiseerd met artsen, patiënten en naasten om deze knelpunten in detail te identificeren, oplossingen hiervoor te bedenken en bevorderende en belemmerende factoren voor de implementatie van deze oplossingen in de praktijk uit te werken.

Verbeteren van de zorg voor meningeoompatiënten

Amir ZamanipoorOp het EANS congres heb ik de resultaten van onze focusgroepen mogen presenteren. Het belangrijkste resultaat was dat de begeleiding van deze patiënten nu nog suboptimaal is en dat de introductie van een case-manager (bijvoorbeeld een verpleegkundig specialist) een oplossing is voor veel van de ervaren knelpunten. Een case-manager kan bijvoorbeeld aanspreekpunt zijn voor alledaagse vragen rondom operatie en revalidatie. Dit is niet allen fijn voor de patiënt, maar ook kostenbesparend, daar de neurochirurg minder tijd kwijt is tijdens een polibezoek. Met collega’s uit andere landen hebben we ervaringen gedeeld over de ervaren problemen en gebruikte oplossingen in de zorg voor meningeoompatiënten. Momenteel zijn we bezig om de oplossingen in de praktijk te brengen en te evalueren wat echt de patiënt ten goede komt.

E-learning Antitrombotica onderweg

Bij ongeveer 50% van de ziekenhuis incidentmeldingen zijn geneesmiddelen betrokken en daarvan zijn er bij circa 50% antitrombotica betrokken. Ook in het HARM rapport zijn antitrombotica voor circa 25% betrokken bij medicatiegerelateerde fouten. Antitrombotica worden veel voorgeschreven op de zaal door a(n)ios met beperkte klinische ervaring. Met het voorschrijven van deze risicovolle middelen worden regelmatig fouten gemaakt. Daarom is vanuit het Radboudumc in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht de e-learning ‘Antitrombotica’ ontwikkeld. In de e-learning krijgt de (beginnend) zaalarts handvatten hoe om te gaan met het voorschrijven van antitrombotica. 

Melvin Lafeber, aios interne geneeskunde (Vasculaire Geneeskunde en Klinische Farmacologie) bij het UMCU, was betrokken bij de ontwikkeling van de e-learning: “Het doseren van antistollingsmiddelen moet heel precies gebeuren. Is de dosering te hoog, dan krijg je risico op bloedingen. Doseer je te laag, dan werkt het niet. Ik herkende de onderzoeksresultaten uit het HARM-rapport in de praktijk. Dat is ook niet zo vreemd, want je krijgt dit nauwelijks in je opleiding, maar moet er in de praktijk wel mee werken. Daar komt bij dat studenten nog relatief weinig interesse hebben in onderwijs voor deze medicijnen.”

Onderzoek

Hoogleraar Medicatieveiligheid aan het Radboudumc, prof.dr. Kees Kramers, deed onderzoek naar medicatiefouten bij studenten voor ze afstuderen. Daaruit bleek dat bij er bij extra training minder fouten werden gemaakt en de studenten zich  meer bekwaam voelden bij dit type medicatie. Daarop nam hij het initiatief om hier een e-learning voor te ontwikkelen. Lafeber: “Dit kreeg zijn beslag in samenwerking met het UMCU, waarop ik betrokken raakte. We zijn nu met de laatste versie bezig en verwachten dat de e-learning begin 2019 online gaat. Er zijn al een aantal grote ziekenhuizen die de e-learning aan aios gaan aanbieden, zoals het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en Jeroen Bosch Ziekenhuis. Ook gaat een groot ziekenhuis in Den Haag de e-learning aan de hele artsengroep aanbieden als nascholing.”

Introductieprogramma

De e-learning bestaat uit drie delen:

  • een diagnostische toets om te bepalen waar je nu staat;
  • theorie: waar schrijf je het voor voor (indicatie), welk geneesmiddel dient daarvoor te worden voorgeschreven. Voor elk geneesmiddel wordt onder meer besproken hoe het werkt, of en zo ja wat de risico’s zijn van combinatie met andere medicatie, wat moet je doen bij een spoedoperatie en hoe je ervoor zorgt dat het medicijn zo snel mogelijk zijn werking verliest wanneer iemand een ernstige bloeding heeft.
  • casuïstiek: de theorie pas je toe op twee virtuele patiënten.

Je sluit de e-learning af met een toets. Wanneer je die met goed gevolg hebt afgelegd, kun je een zakkaartje downloaden, waarmee je je parate kennis tijdens je werk kunt ondersteunen. “Op termijn hopen we dat je vanuit de apotheek een autorisatie krijgt als je dit hebt voltooid.” licht Lafeber toe. “Om de kennis op peil te houden, werken we eraan dat de e-learning beschikbaar blijft wanneer je hem eenmaal hebt gevolgd, zodat je hem kunt gebruiken als naslagwerk. Het mooie van een e-learning is dat deelnemers op een voor hen geschikt moment de lessen kunnen volgen en je makkelijk veel mensen tegelijk bereikt. Dat is mooi, want werkelijk elke aios in het ziekenhuis heeft hiermee te maken. Ons doel is dan ook dat in de toekomst alle aios de e-learning volgen, bijvoorbeeld in het introductieprogramma, zodat het aantal medicatiefouten flink afneemt.”

Praktische informatie

Naar verwachting komt de e-learning Antitrombotica begin 2019 beschikbaar via www.virtualmedschool.nl. Wanneer een ziekenhuis de e-learning aan de artsen wil aanbieden, kunnen zij met hen contact opnemen. De e-learning wordt dan in lijn gebracht met de protocollen zoals die in het betreffende ziekenhuis gelden. Voor meer informatie kun je een e-mail sturen naar Melvin Lafeber.

Bekijk ook het project

Blog aios Eric Geijteman – project internationaal gepresenteerd

Op het Symposium Doelmatigheid van Zorg 2018 werden door ZonMW twee beurzen uitgereikt, te besteden aan een (internationaal) congres op het gebied van doelmatigheid. Aios Eric Geijteman mocht de beurs in ontvangst nemen voor zijn project ‘Medicijngebruik in de laatste fase optimaliseren met handvatten voor het EPD‘. Hij koos ervoor deel te nemen aan de jaarlijkse bijeenkomst van het internationale samenwerkingsverband ‘Collaborative for best care for the dying person’. Over zijn bezoek schreef hij onderstaande blog:

Op 18 april dit jaar mocht ik tijdens het symposium ‘Doelmatigheid van zorg 2018’ een beurs in ontvangst nemen. Deze beurs had ZonMw ter beschikking gesteld voor het beste initiatief op het onderwerp ‘overbodige medicatie’ binnen het thema Risicomanagement en ethiek. Ik ontving de beurs voor het project ‘medicijngebruik in de laatste fase optimaliseren met handvatten voor het EPD’.

Handvatten om te stoppen

Patiënten in de laatste fase van het leven gebruiken vaak veel medicijnen, waaronder medicijnen die in deze fase potentieel overbodig zijn. Uit ons onderzoek is gebleken dat artsen zich onvoldoende bewust zijn van de mogelijkheid van het stoppen van medicijnen en dat zij handvatten missen om het medicijngebruik in de laatste fase van het leven te optimaliseren. Op basis van deze resultaten hebben wij geautomatiseerde handvatten ontwikkeld voor het veilig stoppen van medicatie. De meerwaarde van deze handvatten zullen wij onderzoeken met een recent verkregen subsidie van ZonMw.

Kwaliteit van leven verbeteren

Door de beurs was ik in de mogelijkheid om naar Buenos Aires te gaan, waar van 5 tot en met 9 november de vijfde jaarlijkse bijeenkomst van de ‘collaborative for best care for the dying person’ werd gehouden. Dit internationale samenwerkingsverband heeft zich als doel gesteld om de kwaliteit van leven van patiënten met een beperkte levensverwachting verder te verbeteren en te streven naar een ‘goed overlijden’ voor iedereen. Vanuit Nederland zijn de afdelingen Maatschappelijke Gezondheidszorg en Interne Oncologie van het Erasmus MC aan dit samenwerkingsverband verbonden.

Tijdens de diverse overleggen van het samenwerkingsverband in Buenos Aires hebben we gesproken over verschillende projecten en initiatieven. Ik heb kunnen spreken over het onderzoek naar de geautomatiseerde handvatten voor het veilig stoppen van medicatie in de laatste fase van het leven. Door de internationale collega’s werd enthousiast gereageerd. Het plan is om de meerwaarde van de geautomatiseerde handvatten ook internationaal te onderzoeken. Ook was er tijd voor ontspanning. Als voetballiefhebber heb ik mij zeer gelukkig geprijsd omdat ik bij de wedstrijd Boca Juniors-Tigre aanwezig kon zijn. Wat een sfeer!
Op de laatste dag van mijn verblijf was er een symposium georganiseerd waar verschillende projecten van het samenwerkingsverband naar voren kwamen.

Eric Geijteman (links), samen met dr. Baines en prof. Ellershaw (voorzitter van de 'collaborative for best care for the dying person'

Eric Geijteman (links) met dr. Baines en prof. Ellershaw (voorzitter van de ‘collaborative for best care for the dying person’

Ook was er een geweldige voordracht van Dr. Mary Baines. Zij was een directe collega van Dame Cicely Saunders (1918-2005), de grondlegster van het basisconcept van palliatief-terminale zorg. Dr. Baines vertelde dat de zorg aan patiënten in de laatste weken van het leven voorheen op geen enkel onderzoek was gebaseerd. Hier kwam verandering in toen vanuit het St. Christopher’s hospice, waar zij en Dame Cicely Saunders werkzaam waren, verschillende onderzoeken werden uitgevoerd, waaronder postmortaal onderzoek. Op basis van deze onderzoeken is onder andere de huidige praktijk van pijnstilling met behulp van morfine gemeengoed geworden.

Om de zorg in de laatste fase van het leven verder te optimaliseren is nog veel meer onderzoek nodig. Ieder mens komt te overlijden. Als het moment daar is, laten we er dan voor zorgen dat dit proces tot overlijden zo goed mogelijk verloopt, gebaseerd op de waarden van de persoon en op basis van de uitkomsten van gedegen wetenschappelijke onderzoeken.

Doelmatigheidsbewustzijn aanwakkeren: 5 gouden tips

Is het thema doelmatigheid nog onvoldoende verankerd in uw opleiding? Maak dan gebruik van de ervaringen in de OOR Utrecht. Maaike Weijmans, vierdejaars aios interne geneeskunde, deelt vijf gouden tips.

1. Koester de frisse blik

“In ons introductieprogramma voor nieuwe aios geven we een overzicht van lopende doelmatigheidsprojecten. Daarbij nodigen we aios ook van harte uit om met een frisse blik naar verbetermogelijkheden te kijken en zelf een verbeterproject op te starten. Dit proberen we al op te starten in de ROCU (Regionale Opleidingscommissie Utrecht). Het doel is om de frisse blik door de gehele opleiding vast te houden en kostbare ervaringen te delen die in de verschillende klinieken zijn opgedaan.”

2. Denk niet direct (te) groot

“Sinds 2016 voeren aios in de OOR Utrecht doelmatigheidsprojecten uit. Eén van de grootste was het ontwikkelen van een digitale consulttool voor de cardiometabole zorg. Daarnaast waren er veel kleine, overzichtelijke en minder complexe projecten met snelle verbeterslagen. Juist van die kleinere projecten leren aios dat het echt zin heeft om verbeterideeën te uiten. Dat motiveert enorm.”

3. Geef aios tijd

“Aios hebben ‘piepervrije tijd’ nodig om ongestoord aan hun doelmatigheidsproject te kunnen werken. Bijvoorbeeld een aantal uur per week, afhankelijk van de omvang van het project. Als het project ‘erbij’ moet, naast alle andere zaken die op de afdeling ‘erbij’ moeten, komt het verbeterproject van de aios vaak niet goed van de grond en is het leerrendement minimaal.”

4. Maak algemeen geldende afspraken

“Het is misschien een open deur, maar voor de motivatie is het belangrijk dat ook specialisten zich houden aan afspraken over doelmatige zorg. Zorg dus voor voldoende draagvlak. Bijvoorbeeld door de uitkomsten van een verbeterproject aan de hele vakgroep te presenteren, door samen tot goede, haalbare afspraken te komen die voor iedereen gelden en door elkaar actief feedback te durven geven.”

5. Houd doelmatigheid op de agenda

“In het UMCU hebben we een ambassadeursteam samengesteld: opleiders en aios die hun best doen om doelmatigheid op de agenda te houden. We vragen bijvoorbeeld aan vakgroepen: ‘Mogen we even bij jullie overdracht komen praten?’ En we zorgen ervoor dat het onderwijs voor aios, de zogeheten ‘aios-specials’ die hier tweewekelijks plaatsvinden, drie keer per jaar volledig gaan over doelmatigheidsaspecten of bewustzijnsprojecten.

Ook starten we met de ‘Maand van…’, waarbij tijdens de ochtendoverdracht specifiek aandacht is voor doelmatige zorg. Bijvoorbeeld de ‘Maand van de kosten’. Dan kun je bijvoorbeeld samen stilstaan bij vragen als “enig idee wat het verschil is in kosten tussen een CT en een echo?”. Doel is dat doelmatige zorg echt in ons gedrag gaat zitten, als een oude jas die je aantrekt. Kritisch durven kijken naar alledaagse handelingen, daar komt doelmatigheidsbewustzijn vaak op neer.”

Ruim baan voor de frisse blik van aios (magazine De Jonge Specialist)

De Jonge Specialist oktober 2018

Doelmatigheid is hot. In en rond de zorg schieten verbeterprojecten als paddenstoelen uit de grond. Twee bekenden zijn het Bewustzijnsproject van het College Geneeskundige Specialismen en Verstandig Kiezen van de Federatie Medisch Specialisten. Maar er zijn er meer. Overal zoemt Engelstalig kwaliteitsjargon door de gangen. Value Based Health Care bijvoorbeeld. En afkortingen als PREMs en PROMs. Maar wat is het precies? Wie houdt zich met wat bezig en wat betekent het voor aios? We vroegen het aan een aantal voorlopers in doelmatige zorg.

Oké, doelmatigheid is dus hot, maar wat is het precies? Fedde Scheele, gynaecoloog en hoogleraar Innovatie van Zorg en Onderwijs: “Doelmatigheid draait om kosteneffectief kwaliteit leveren zonder onnodige handelingen. Maar het is geen strak gedefinieerde term. Value Based Healthcare is dat wel en dekt een groot deel van het begrip doelmatigheid.”

Waardegedreven zorg

De term Value Based Healthcare (VBHC) werd in 2006 gelanceerd door de Amerikaanse econoom Michael Porter. Hij beschreef een stappenplan om de huidige zorg, die teveel geld kost en volume- gestuurd is, te transformeren tot efficiënte en patiëntgestuurde zorg. “VBHC omvat drie elementen”, legt Scheele uit: “de technische kwaliteit van zorg, de patiëntbeleving en het prijskaartje.” De technische kwaliteit komt bijvoorbeeld tot uiting in een speciaal voor zo’n behandeling bedachte meting, maar ook door complicatieregistraties. De patiëntbeleving – de manier waarop patiënten de kwaliteit van zorg ervaren – wordt gestructureerd gemeten en uitgedrukt in PROMs (Patient Reported Outcome Measures) en PREMs (Patient Reported Experience Measures). En technische kwaliteit en patiëntbeleving moeten weer in redelijke verhouding staan tot de kosten. “Het is de verantwoordelijkheid van iedere dokter om zo goed en efficiënt mogelijke zorg te leveren”, zegt Scheele. “En daarvoor hoeft niet het hele systeem op de schop. Het gaat om een andere gedachtegang en een andere organisatievorm. We moeten zorgen dat de aios van nu daar klaar voor is.”

En zo werd ook het Bewustzijnsproject geboren. Professor Laurents Stassen is opleider Heelkunde in Maastricht. Hij stond als projectdirecteur aan de wieg van het thema doelmatigheid van zorg in de opleiding van aios. Stassen: “Doelmatig werken is in onze dagelijkse praktijk altijd aan de orde: als arts moeten we het nuchtere, scherpe vermogen hebben om afwegingen te maken die de kwaliteit van de patiëntenzorg ten goede komen. Voor aios moet dat een way of thinking worden, een ingebakken bewustzijn. Vandaar de naam Bewustzijnsproject.”

Ga naar het magazine of download het artikel

In het magazine werd ook een opvouwbare versie van het kaartje ‘Kosten in kaart’ opgenomen.

Help patienten nadenken over levenseinde – Eric van de Laar, medisch ethicus

Wel of niet behandelen in de laatste levensfase; voor veel artsen en chronische of oudere patiënten is dat geen alledaagse gespreksstof. Eric van de Laar, medisch ethicus bij het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, ontwierp een workshop om artsen helpen het gesprek aan te gaan.

Eric van de Laar, medisch ethicus“De aanleiding voor deze workshop zijn drie belangrijke ontwikkelingen in de maatschappij”, zegt Van de Laar. “De oplopende kosten in de zorg, de toename van technologische mogelijkheden in de geneeskunde en de vergrijzing van de bevolking. Er is heel veel mogelijk qua techniek, maar moet je ook alles willen wat mogelijk is? Moet je wel koste wat kost iemand blijven behandelen? Heel veel kwetsbare ouderen hebben nog nooit nagedacht over wat ze nog aan medische behandelingen zouden willen. Als zo’n oudere dan op de spoedeisende hulp belandt en er is niks afgesproken over wel of niet reanimeren, dan komt hij misschien wel op de intensive care terecht waar hij in een heel vervelend traject belandt. Daar heeft iedereen naderhand spijt van. Mensen moeten veel eerder in het traject met hun huisarts en met de specialist gaan nadenken over wat ze willen als het straks slechter gaat. Zeker als ze chronisch ziek zijn of ouder worden.”

Schroom, timing en hoop

Van de Laar ontwikkelde een workshop voor huisartsen en medisch specialisten, een voor verpleegkundig specialisten en publieksavonden voor familie en mantelzorgers. De scholing is gericht op drie grote thema’s: schroom, timing en hoop. “Schroom maakt dat mensen het gesprek niet aangaan, dat ze het maar blijven uitstellen”, zegt Van de Laar. “Zowel artsen als patiënten vinden het niet prettig om erover te beginnen. En daar begint het probleem: mensen gaan op elkaar zitten wachten, en dan gebeurt er niks. Het is goed om als artsen onderling met elkaar te praten over eindelevenzorg. Hoe zit dat bij jouw patiënten, herken jij dit? We werken vervolgens toe naar handvatten om zo’n gesprek te beginnen.”

Timing, het tweede item, is daarbij heel belangrijk. “Je hebt de medische timing, dus wanneer past het in het ziekteproces van de patiënt om erover te beginnen”, zegt Van de Laar. “Timing betekent ook dat je er de rust en de tijd voor neemt. Dus ruim er een dubbel spreekuur voor in.”

Houvast bij ontreddering

Het omgaan met emoties van de patiënt komt ook aan bod. Van de Laar: “Wat maakt dat je als arts terugdeinst voor de ontreddering van de patiënt? Dat heeft vaak te maken met dat je iemand zijn hoop niet wilt ontnemen. Maar die emoties en ontreddering hoef je als arts niet uit de weg te gaan. Sterker nog, het is een mooi stukje van jouw taak als professional om dit in goede banen te leiden. Deze workshop biedt een goede, volledige training waarbij artsen zowel medisch houvast krijgen als handvatten om het gesprek aan te gaan, en meer kennis opdoen over palliatieve zorg.”

Workshop ‘Tijdig spreken over levenseinde’

Het Bewustzijnsproject organiseert deze workshop eenmalig op donderdag 1 november, van 19.00 – 21.00 uur in het midden van het land. Voor deze gelegenheid is de workshop aangepast voor de geneeskundige vervolgopleiding: hoe gaat u – op tijd – het gesprek aan en hoe leidt u aios hierin op? U kunt zich aanmelden door een e-mail te sturen. Let op: vanwege de aard van de workshop is er plaats voor slechts 15 deelnemers!

Opleiden in doelmatige zorg: show and tell

Wat doen opleidingsgroepen precies om aios doelmatig te leren denken en werken? Vaak gebeurt er impliciet al heel veel. Dan komt het er vooral op neer om alle activiteiten te expliciteren en iedereen daarin mee te nemen. Oftewel: show and tell.

‘Show and tell’ was ook het thema van de invitational conference die het Bewustzijnsproject woensdag 12 september jl. hield. De acht OOR’s presenteerden hier alle resultaten die ze de afgelopen tweeënhalf jaar bereikten in deelprojecten van het Bewustzijnsproject.

Bekijk opbrengsten per OOR

Laurents Stassen: “Geef aios de ruimte om een doelmatigheidsproject uit te voeren”

prof.dr. Laurents Stassen

De online module Projectmatig werken is één van die mooie resultaten. De praktijkgerichte module helpt aios op weg om zelf een doelmatigheidsproject uit te voeren. De module is te vinden in de Toolbox Doelmatigheid van het Bewustzijnsproject, vol met praktische handvatten voor opleiden in doelmatigheid. “Elke aios zou in zijn opleiding een keer een doelmatigheidsproject moeten uitvoeren”, zei Laurents Stassen, dagvoorzitter van de invitational en projectdirecteur van het Bewustzijnsproject. In de Toolbox Doelmatigheid zijn daarvoor handige tools en vele voorbeelden te vinden.

Onderzoekers Athena VU: “Voor systeeminnovaties heb je proeftuinen nodig”

De waarde van projectmatig werken wordt bevestigd door de wetenschap. Onderzoekers van onderzoeksinstituut Athena evalueerden de inspanningen in regionale en landelijke projecten van het Bewustzijnsproject: wat werkt goed om doelmatige zorg bij elke aios onder de pet te krijgen? Ze keken daarbij niet alleen naar wát goed werkte, maar ook waarom het werkte, voor wie en onder welke omstandigheden. “Voor systeeminnovaties, zoals we de overgang naar doelmatiger zorg zeker zien, heb je proeftuinen nodig, uitgevoerd door zogeheten frontrunners. Als toekomstig specialisten zijn aios de ideale frontrunners”, vertelden onderzoekers Marjolein Moleman en Gianni van den Braak. Athena presenteerde drie aanbevelingen voor opleidingsgroepen.

Fedde Scheele: “De zorg is een verkokerde boel waar de patiënt last van heeft”

prof.dr. Fedde Scheele

Fedde Scheele, voorzitter van het CGS en initiator van het Bewustzijnsproject, riep op tot integratie van zorg. Hij noemde onder meer het aantal verwijzingen van eerste naar tweede lijn, waarvan volgens veel specialisten een groot deel onterecht is. “Als huisartsen en specialisten dichter op elkaar kruipen, wat op een aantal plekken al gebeurt, dan kunnen ze door samenwerken en samen leren heel veel onterechte verwijzingen voorkomen.” In het buitenland worden hiermee al flinke successen geboekt. Scheele haalde als voorbeeld Kaiser Permanente (KP) aan, een Amerikaanse nonprofit-organisatie die zowel zorg verzekert als verleent. KP probeert op allerlei manieren zorgintegratie te bevorderen.

Dat leidt niet alleen tot forse kostenbesparingen, maar ook tot een veel hogere patiënttevredenheid. Om zorgintegratie tussen publieke en curatieve zorg te stimuleren presenteerde Scheele een aantal aanbevelingen, onder meer voor de opleiding. “Het Bewustzijnsproject heeft de bodem gelegd voor de omwenteling naar doelmatiger zorg. Nu is het tijd om daar met z’n allen een slag bovenop te maken.”

Met DHD plezier aan DBC: dé start van je doelmatigheidsproject

Een praktische, visuele tool om met behulp van DBC-analyse inzicht te krijgen in aanvraag- en behandelgedrag.

Je bent als arts-assistent begonnen in een nieuw ziekenhuis en je merkt dat dingen wat anders gaan dan in jouw vorige kliniek. ‘Ik merk dat we hier veel meer onderzoek doen, is dat nodig?’ ‘Is deze operatie wel echt nodig??’ Herken je dit? Doe er dan wat mee! Jouw verwondering over de gang van zaken op je nieuwe afdeling biedt een mooie kans voor verbetering.

Hoe dan?

Maar hoe begin je nou een doelmatigheidsproject naar aanvraag- en behandelgedrag?
In de OOR Noord- en Oost Nederland ging we hiermee aan de slag en het bleek lastiger dan gedacht! We wilden kosten en aanvragen van twee vakgroepen in twee ziekenhuizen vergelijken via DBC-data. In de DBC staan namelijk alle zorgactiviteiten geregistreerd en dit geeft goed vergelijkingsmateriaal. Maar bij het verzoek om de gegevens deed iedereen een beroep op privacy en marktwerking. Daarin kwamen we dus niet verder. Jammer, want als AIOS heb je veel voordelen van het begrijpen van DBC’s en aanvragen.

Voor elke aios in elk ziekenhuis

Daarom gingen we op zoek naar een praktische tool, die elke AIOS in elk ziekenhuis kan gebruiken. Die hebben we in de samenwerking met Dutch Hospital Data (DHD, www.dhd.nl) gevonden. Zij beheren een database met DBC-data van vrijwel alle ziekenhuizen in Nederland. Je kunt daarin de geregistreerde zorgactiviteiten van de verschillende zorgproducten van jouw ziekenhuis vergelijken met de andere ziekenhuizen. Je ziet in één oogopslag waar grote verschillen in consulten, aanvragen of behandelingen zitten. Uit één zorgproduct, er zijn er trouwens zo’n 145, kun je al een boel verbeterprojecten halen. Ideaal dus! Als je toch ook iets met kosten wilt analyseren, verwijzen we je naar het overzicht ‘Kosten in Kaart’. De ware prijzen van de DBC’s ga je niet achter komen. Marktwerking hè…

Is je interesse gewekt? Download dan direct de tool ‘met DHD plezier aan DBC’. Vind je de termen hierboven nog lastig, begin dan met de tool ‘DBC, hoe zit het er mee’ om je DBC kennis op te vijzelen.

We hopen dat je veel plezier mag beleven aan de DBC en DHD en succes met het verder opstarten van jouw doelmatigheidsproject!

 

Margriet Hazenberg

AIOS interne geneeskunde
Medisch Centrum Leeuwarden

Download de flyer ‘Met DHD plezier aan DBC’

Tools downloaden

DBC, hoe zit het ermee?
Met DHD plezier aan DBC

Deze tool biedt verdieping na de online course ‘Kennis van zorgkosten’.

‘Therapieontrouw is een enorm onderschat probleem’ – Monique van Kleef, arts-onderzoeker

Een schrikbarend groot deel van de patiënten met moeilijk te behandelen hoge bloeddruk slikt zijn medicijnen niet of onvolledig. Met alle gezondheidsrisico’s van dien, aldus Monique van Kleef, arts-onderzoeker vasculaire geneeskunde bij het UMC Utrecht. Samen met haar collega’s werkt ze aan een project om meer inzicht te krijgen in de beweegredenen van deze groep patiënten met als doel de therapietrouw te vergroten.

Waarom is het belangrijk om therapieontrouw in een vroeg stadium op te sporen?

Monique: “Bij patiënten bij wie de bloeddruk ondanks behandeling te hoog blijft, starten we een uitgebreid diagnostisch traject om te onderzoeken wat het probleem is. Daarbij kijken we naar vaatafwijkingen, hormonale oorzaken, insulineresistentie, leefstijlfactoren en therapietrouw. 

Wanneer geen duidelijk te behandelen oorzaak gevonden wordt, en de bloeddruk ondanks medicatie te hoog blijft, komt de patiënt in aanmerking voor invasieve, experimentele behandelingen. Deze brengen aanzienlijke risico’s met zich mee. Patiënten die hun medicatie niet slikken, lopen het risico ten onrechte te worden blootgesteld aan deze ingrijpende diagnostische trajecten en behandelingen. Daarom móeten we therapieontrouw zo snel mogelijk opsporen. Sinds kort is er een nieuwe bloedtest om accuraat therapieontrouw vast te stellen. Deze methode kijkt niet alleen of het geneesmiddel wel/niet aanwezig is in het bloed, maar meet ook de concentratie hiervan. Zo kunnen we opsporen wanneer patiënten niet consequent of bijvoorbeeld alleen voorafgaand aan het polikliniek bezoek hun medicatie hebben ingenomen. Dit geeft een veel nauwkeuriger beeld van therapieontrouw dan de methodes die voorheen gebruikt werden en therapietrouw erg overschatten.”

Om hoeveel patiënten gaat het?

Monique: “Onze voorlopige, voorzichtige bevindingen zijn dat van de ongeveer 110 nieuwe patiënten die sinds oktober 2017 op onze polikliniek zijn gezien, een vierde tot een derde zijn medicatie niet of onvolledig gebruikt. Daarvan gebruikt de helft een specifiek medicijn niet, een kwart gebruikt er meerdere niet, en het laatste kwart gebruikt helemaal geen medicijnen. De komende maanden gaan we deze resultaten verder analyseren. Ook willen we weten waarom mensen hun medicatie niet of onvolledig slikken. Met vragenlijsten proberen we de beweegredenen van patiënten te achterhalen.

Wat is nu de vervolgstap?

Monique: “Uit soortgelijke studies in Praag en Leicester blijkt dat als je patiënten confronteert met de uitslag en hen drie tot zes maanden lang opvolgt, de therapietrouw toeneemt. Dit gaat gepaard met een daling van de bloeddruk. Wij willen dit testen in een gerandomiseerd onderzoek waarbij de ene groep patiënten wel terugkoppeling van de uitslag plus opvolging krijgt, en de andere groep de standaard behandeling.”

Hoe past dit project binnen het Bewustzijnsproject?

Monique: “Het mes snijdt aan twee kanten. Als patiënten therapietrouw zijn, daalt de bloeddruk en neemt het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk af. Bovendien worden ze niet onnodig blootgesteld aan invasieve diagnostische trajecten en behandelingen, die tijd en geld kosten en bovendien potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid.”

Enthousiaste aios zijn ambassadeur voor antibiotic stewardship

Antibiotic stewardship is de continue aanpak van een zorginstelling om antibiotica zo verantwoord mogelijk te gebruiken. Dit om het welzijn van de patiënt te bevorderen, ervoor te zorgen dat de behandeling kosteneffectief is en om resistentievorming te beperken. Het UMC Utrecht is gestart met een aantal projecten in het kader van antibiotic stewardship.

Alle ziekenhuizen in Nederland worden sinds 1 januari 2014 geacht een antibioticateam, een zogenaamd A-team, in te stellen dat bekijkt of de antibiotica die voorgeschreven worden, ook echt nodig zijn en veilig gebruikt kunnen worden door de patiënt. Het A-team van het UMC Utrecht bestaat uit een kernteam van een ziekenhuisapotheker, een arts-microbioloog, twee internist-infectiologen en een kinderarts-infectioloog.

Jan Jelrik Oosterheert, internist-infectioloog

Jan Jelrik Oosterheert, internist-infectioloog en lid van het A-team: “In het kader van antibiotic stewardship zijn we gestart met drie projecten op de afdeling Interne Geneeskunde. Dat zijn de projecten ‘Van intraveneus naar oraal gebruik’, ‘Reductie van carbapenemgebruik’ – dit is een soort ‘laatste redmiddel’ antibioticum – en ‘Juist afnemen van bloedkweken’. We laten ons gezicht zien op de afdeling en gaan in gesprek met verpleegkundigen en met artsen die antibiotica voorschrijven. Ondanks dat iedereen wel weet dat je verantwoord om moet gaan met antibiotica, krijgen patiënten bijvoorbeeld nog vaak onnodig lang antibiotica via het infuus. Hoe komt het nou dat er niet aan gedacht wordt om op tabletvorm, met alle voordelen van dien, over te gaan?

Moeten we nog wat aan educatie doen? Dit soort projecten vormt een hele mooie tool om bewustwording te creëren, kennis te delen en zelf aan de slag te gaan.”

Enthousiaste ambassadeurs

Het A-team kan niet zonder enthousiaste ambassadeurs onder verpleegkundigen en aios.

Serena Slavenburg, aios microbiologie

Aan Serena Slavenburg, aios microbiologie, hebben ze een goeie. “Ik heb me aangemeld als ambassadeur omdat ik het een heel belangrijk onderwerp vind”, vertelt ze. “Er wordt heel gemakkelijk gestart met antibiotica en te weinig proactief gekeken of het nog wel nodig is. Specialisten en aois zouden sneller op basis van klinische verbetering van de patiënt en op geleide van een kweekuitslag kunnen switchen naar een smaller en/of oraal antibioticum. Zo kun je eerder gericht een bepaald micro-organisme behandelen in plaats van dat je een breed antibioticum blijft gebruiken. Het sneller switchen naar een oraal antibioticum is ook veel minder belastend voor de patiënt.”

Educatie verzorgen

Mensen bewust maken van antibioticagebruik gebeurt door hun kennis omtrent antibiotica te vergroten. Jan Jelrik: “Er is een standaard powerpointpresentatie gemaakt die eens in de zoveel tijd tijdens klinische lessen met verpleegkundigen en overdrachtsmomenten van de aios de revue passeert. Daarin wordt een aantal topics behandeld, bijvoorbeeld: hoe neem je een bloedkweek af? Wanneer switch je naar orale therapie? Die lessen worden eens in de zoveel tijd herhaald.”
Serena: “We proberen om de maand een pitchpresentatie te houden bij Interne Geneeskunde over het waarom, onze doelen en hoe we het project gaan uitvoeren.”

Druk leven

“Het leven van een aios is al best druk, dus het is als projectteam soms lastig om te bepalen wanneer je even langs kunt komen op een afdeling”, zegt Serena. “De aios en verpleegkundigen krijgen al veel over zich heen gestort”, beaamt Jan Jelrik. “We proberen dan ook nadrukkelijk enthousiaste ambassadeurs te werven. Twee verpleegkundigen hebben bijvoorbeeld ‘de maand van de antibiotica’ georganiseerd waarbij elke dag iets leuks werd verteld over het onderwerp. Voor ons als A-team is het ook leuk dat er dit soort initiatieven worden opgestart. Zo gaat het balletje vanzelf rollen.”

Stug volhouden

De focus ligt vooralsnog op Interne Geneeskunde. De uitdaging is om de projecten ook uit te voeren op andere afdelingen. “We kennen de afdeling Interne Geneeskunde natuurlijk goed, en daar leeft het onderwerp antibiotic stewardship wel”, zegt Serena. “Antibiotic stewardship is ook onderdeel van de opleiding. Hoe we de projecten straks gaan aanpakken op afdelingen die wij niet kennen, daar moeten we nog vorm aan geven. We willen zeker niet overkomen als een soort betweters; het gaat om het creëren van bewustwording.”
Jan Jelrik voegt toe: “Het voordeel van werken op een afdeling als Interne Geneeskunde is dat we wel betrokken zijn bij veel andere afdelingen. Het is een vak dat zich makkelijk door het ziekenhuis heen beweegt, daar profiteren we van. En verder is het gewoon stug volhouden en enthousiasme blijven uitstralen!”

Zelf aan de slag met projecten in het kader van antibiotic stewardship?

1 2 3 8