Een breed thema als doelmatigheid van zorg kun je vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Dat bleek eens te meer op het symposium Doelmatigheid van Zorg 2017 van het Bewustzijnsproject en OOR ZON, dat 12 april jl. plaatsvond in Eindhoven. Een korte terugkoppeling van de vijf sprekers.
“Laten we deze verantwoordelijkheid samen oppakken”
David Jongen, voorzitter Raad van Bestuur Zuyderland Ziekenhuis schetste de noodzaak van doelmatig werken in de zorg: “Er rust een zware financiële druk op ons zorgsysteem. Doelmatig werken kan daar verandering in brengen. Voor de jaren 2018-2021 is berekend dat de zorgkosten 3,5% per jaar zullen stijgen.

Het is ondenkbaar dat deze groei door het nieuwe kabinet wordt toegestaan. Er moet immers ook geld naar de ouderen, naar defensie, naar onderwijs… Die 3,5 % moet dus omlaag. In het hele land lopen al verschillende initiatieven om de zorgkosten te laten dalen. Maar ook daarmee redden we het niet, bij lange na niet zelfs. Dus we moeten met elkaar met dezelfde middelen meer doen of met minder middelen meer doen. De sleutel ligt bij de beroepsgroep. Wij moeten samen een doelmatigheidscultuur creëren. Dat zijn we aan onze stand verplicht. Laten we deze verantwoordelijkheid samen oppakken en beginnen om doelmatig denken en werken vuurvast te verankeren in de opleiding.”
“Laat je niet afschrikken door de breedte van het thema doelmatigheid”
Prof. dr. Suzanne Geerlings uit de OOR AMC raadde opleiders en aios aan om doelmatigheid behapbaar te maken: “Laat je niet afschrikken door de breedte van het thema doelmatigheid. Als je iets kleins aanpakt, levert dat al heel veel op. De zittende staf is vaak moeilijker te bewegen, dus richt je bij deze bewustzijnsverandering vooral op de aios.

Een Teach-the-Teacher-training voor opleiders is ook belangrijk in dit traject, zij moeten in de opleiding met dit onderwerp aan de slag. Deze verandering in het opleiden is immers niet vrijblijvend: eind volgend jaar moet het in de landelijke opleidingsplannen staan en moeten we voorbereid zijn op visitatievragen over dit thema.”
“Inzicht in kosten leidt tot daling van overbodige diagnostiek”
Dr. Prabath Nanayakkara uit de OOR OZON drukte opleiders op het hart om aios inzicht te geven in de kosten van de zorg: “Tachtig procent van de patiënten geeft aan te willen weten wat behandelingen kosten, maar verreweg de meeste dokters en verpleegkundigen kunnen daar geen antwoord op geven.

Inzicht in kosten kan onder meer leiden tot een reductie van overbodige diagnostiek. Maak kosten inzichtelijk en bespreek om de zoveel weken met elkaar welke diagnostiek waarom is aangevraagd. Een kostendaling krijg je al snel voor elkaar door simpelweg met elkaar in gesprek te gaan.”
“We willen de verschillende specialisten in de keten dichter bij elkaar brengen”
Dr. Nynke Scherpbier uit de OOR ON riep op om vanuit de hele keten te kijken naar doelmatiger zorg: “Niet alleen de ziekenhuizen, maar de hele keten moet zich bezighouden met doelmatige zorg. Met ‘de juiste zorg op de juiste plaats’ als gezamenlijk uitgangspunt.

Met consultatieprojecten willen we de verschillende specialisten in de keten dichter bij elkaar brengen. Een mooi voorbeeld is de consultatie tussen aios interne geneeskunde en aios huisartsgeneeskunde. Zij hebben een korte, laagdrempelige lijn om over en weer patiënten te bespreken en samen te bekijken of verwijzing wel of geen meerwaarde heeft voor de patiënt.”
“Patiënten zijn geen dingen en dokters zijn geen robots”
Prof. dr. Jan Kremer, gynaecoloog en hoogleraar patiëntgerichte innovatie in het Radboudumc hield een pleidooi om anders over het begrip kwaliteit van zorg te gaan denken: “Een afbuiging in de groei van de zorgkosten is alleen te bereiken via de inhoudelijke route, niet via een boekhoudkundige afslag.

We werken allemaal heel hard aan kwaliteitsmetingen en verbeterplannen, maar om met een filosoof uit mijn werkkring te spreken: kwaliteit is een moreel, pluriform en dynamisch concept. Kwaliteit bestaat alleen in het hart en de ziel van mensen. We denken er allemaal anders over, vanuit onze eigen context en waarden. Dé kwaliteit bestaat niet, we moeten niet doen alsof de verschillende kwaliteitsinstrumenten een neutrale manier zijn om kwaliteit te meten. Kwaliteitsverbetering is een reis zonder eindbestemming. Je kunt het zien als intelligent doormodderen, als al lerend verbeteren.
Kwaliteit gaat de komende jaren personaliseren. We hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in standaardisatie, maar daar zit een grens aan. Patiënten zijn geen dingen en dokters zijn geen robots. Personalized medicine en technologische ontwikkelingen voor patiënten winnen aan terrein.
Kwaliteit gaat ook differentiëren. We kunnen drie takken van sport onderscheiden: Advies, Behandeling en Begeleiding. We doen nu alle takken van sport in één organisatie en dat is te complex en te duur. Beter voor patiënten én goedkoper, in die hoek moeten we het zoeken. Die verandering moet beslist vanaf de werkvloer komen.
Kwaliteit zoekt ook verbindingen. Steeds meer samenwerking tussen 1e en 2e lijn en tussen zorgverlener en patiënt. Samenwerking zonder grenzen is de professionele standaard, in plaats van vergaande autonomie. Macht, belang en identiteit zijn bij samenwerking essentiële zaken om voor ogen te houden: als de samenwerking vastloopt, is er meestal op één van deze drie vlakken iets niet goed besproken of voldoende helder.”
Fotografie: © Nicole Romijn
