Bij ongeveer 50% van de ziekenhuis incidentmeldingen zijn geneesmiddelen betrokken en daarvan zijn er bij circa 50% antitrombotica betrokken. Ook in het HARM rapport zijn antitrombotica voor circa 25% betrokken bij medicatiegerelateerde fouten. Antitrombotica worden veel voorgeschreven op de zaal door a(n)ios met beperkte klinische ervaring. Met het voorschrijven van deze risicovolle middelen worden regelmatig fouten gemaakt. Daarom is vanuit het Radboudumc in samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Utrecht de e-learning ‘Antitrombotica’ ontwikkeld. In de e-learning krijgt de (beginnend) zaalarts handvatten hoe om te gaan met het voorschrijven van antitrombotica. 

Melvin Lafeber, aios interne geneeskunde (Vasculaire Geneeskunde en Klinische Farmacologie) bij het UMCU, was betrokken bij de ontwikkeling van de e-learning: “Het doseren van antistollingsmiddelen moet heel precies gebeuren. Is de dosering te hoog, dan krijg je risico op bloedingen. Doseer je te laag, dan werkt het niet. Ik herkende de onderzoeksresultaten uit het HARM-rapport in de praktijk. Dat is ook niet zo vreemd, want je krijgt dit nauwelijks in je opleiding, maar moet er in de praktijk wel mee werken. Daar komt bij dat studenten nog relatief weinig interesse hebben in onderwijs voor deze medicijnen.”

Onderzoek

Hoogleraar Medicatieveiligheid aan het Radboudumc, prof.dr. Kees Kramers, deed onderzoek naar medicatiefouten bij studenten voor ze afstuderen. Daaruit bleek dat bij er bij extra training minder fouten werden gemaakt en de studenten zich  meer bekwaam voelden bij dit type medicatie. Daarop nam hij het initiatief om hier een e-learning voor te ontwikkelen. Lafeber: “Dit kreeg zijn beslag in samenwerking met het UMCU, waarop ik betrokken raakte. We zijn nu met de laatste versie bezig en verwachten dat de e-learning begin 2019 online gaat. Er zijn al een aantal grote ziekenhuizen die de e-learning aan aios gaan aanbieden, zoals het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis en Jeroen Bosch Ziekenhuis. Ook gaat een groot ziekenhuis in Den Haag de e-learning aan de hele artsengroep aanbieden als nascholing.”

Introductieprogramma

De e-learning bestaat uit drie delen:

  • een diagnostische toets om te bepalen waar je nu staat;
  • theorie: waar schrijf je het voor voor (indicatie), welk geneesmiddel dient daarvoor te worden voorgeschreven. Voor elk geneesmiddel wordt onder meer besproken hoe het werkt, of en zo ja wat de risico’s zijn van combinatie met andere medicatie, wat moet je doen bij een spoedoperatie en hoe je ervoor zorgt dat het medicijn zo snel mogelijk zijn werking verliest wanneer iemand een ernstige bloeding heeft.
  • casuïstiek: de theorie pas je toe op twee virtuele patiënten.

Je sluit de e-learning af met een toets. Wanneer je die met goed gevolg hebt afgelegd, kun je een zakkaartje downloaden, waarmee je je parate kennis tijdens je werk kunt ondersteunen. “Op termijn hopen we dat je vanuit de apotheek een autorisatie krijgt als je dit hebt voltooid.” licht Lafeber toe. “Om de kennis op peil te houden, werken we eraan dat de e-learning beschikbaar blijft wanneer je hem eenmaal hebt gevolgd, zodat je hem kunt gebruiken als naslagwerk. Het mooie van een e-learning is dat deelnemers op een voor hen geschikt moment de lessen kunnen volgen en je makkelijk veel mensen tegelijk bereikt. Dat is mooi, want werkelijk elke aios in het ziekenhuis heeft hiermee te maken. Ons doel is dan ook dat in de toekomst alle aios de e-learning volgen, bijvoorbeeld in het introductieprogramma, zodat het aantal medicatiefouten flink afneemt.”

Praktische informatie

Naar verwachting komt de e-learning Antitrombotica begin 2019 beschikbaar via www.virtualmedschool.nl. Wanneer een ziekenhuis de e-learning aan de artsen wil aanbieden, kunnen zij met hen contact opnemen. De e-learning wordt dan in lijn gebracht met de protocollen zoals die in het betreffende ziekenhuis gelden. Voor meer informatie kun je een e-mail sturen naar Melvin Lafeber.

Bekijk ook het project