Een schrikbarend groot deel van de patiënten met moeilijk te behandelen hoge bloeddruk slikt zijn medicijnen niet of onvolledig. Met alle gezondheidsrisico’s van dien, aldus Monique van Kleef, arts-onderzoeker vasculaire geneeskunde bij het UMC Utrecht. Samen met haar collega’s werkt ze aan een project om meer inzicht te krijgen in de beweegredenen van deze groep patiënten met als doel de therapietrouw te vergroten.

Waarom is het belangrijk om therapieontrouw in een vroeg stadium op te sporen?

Monique: “Bij patiënten bij wie de bloeddruk ondanks behandeling te hoog blijft, starten we een uitgebreid diagnostisch traject om te onderzoeken wat het probleem is. Daarbij kijken we naar vaatafwijkingen, hormonale oorzaken, insulineresistentie, leefstijlfactoren en therapietrouw. 

Wanneer geen duidelijk te behandelen oorzaak gevonden wordt, en de bloeddruk ondanks medicatie te hoog blijft, komt de patiënt in aanmerking voor invasieve, experimentele behandelingen. Deze brengen aanzienlijke risico’s met zich mee. Patiënten die hun medicatie niet slikken, lopen het risico ten onrechte te worden blootgesteld aan deze ingrijpende diagnostische trajecten en behandelingen. Daarom móeten we therapieontrouw zo snel mogelijk opsporen. Sinds kort is er een nieuwe bloedtest om accuraat therapieontrouw vast te stellen. Deze methode kijkt niet alleen of het geneesmiddel wel/niet aanwezig is in het bloed, maar meet ook de concentratie hiervan. Zo kunnen we opsporen wanneer patiënten niet consequent of bijvoorbeeld alleen voorafgaand aan het polikliniek bezoek hun medicatie hebben ingenomen. Dit geeft een veel nauwkeuriger beeld van therapieontrouw dan de methodes die voorheen gebruikt werden en therapietrouw erg overschatten.”

Om hoeveel patiënten gaat het?

Monique: “Onze voorlopige, voorzichtige bevindingen zijn dat van de ongeveer 110 nieuwe patiënten die sinds oktober 2017 op onze polikliniek zijn gezien, een vierde tot een derde zijn medicatie niet of onvolledig gebruikt. Daarvan gebruikt de helft een specifiek medicijn niet, een kwart gebruikt er meerdere niet, en het laatste kwart gebruikt helemaal geen medicijnen. De komende maanden gaan we deze resultaten verder analyseren. Ook willen we weten waarom mensen hun medicatie niet of onvolledig slikken. Met vragenlijsten proberen we de beweegredenen van patiënten te achterhalen.

Wat is nu de vervolgstap?

Monique: “Uit soortgelijke studies in Praag en Leicester blijkt dat als je patiënten confronteert met de uitslag en hen drie tot zes maanden lang opvolgt, de therapietrouw toeneemt. Dit gaat gepaard met een daling van de bloeddruk. Wij willen dit testen in een gerandomiseerd onderzoek waarbij de ene groep patiënten wel terugkoppeling van de uitslag plus opvolging krijgt, en de andere groep de standaard behandeling.”

Hoe past dit project binnen het Bewustzijnsproject?

Monique: “Het mes snijdt aan twee kanten. Als patiënten therapietrouw zijn, daalt de bloeddruk en neemt het risico op hart- en vaatziekten aanzienlijk af. Bovendien worden ze niet onnodig blootgesteld aan invasieve diagnostische trajecten en behandelingen, die tijd en geld kosten en bovendien potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid.”